Bij deze weer een aantekeningen artikel. Deze keer over grafieken en tabellen.
Als je omgaat met getallen en grafieken is een beetje kennis van statistiek handig, hierdoor kan je de kwaliteit van je getallen en dus de grafieken verbeteren. In het boek "Show me the numbers" van Stephen Few is 1 van de eerste hoofdstukken gewijd aan een stukje theoretische kennis van statistiek. Erg handig om weer je verouderde kennis op te halen.
Met grafieken laat je data zien, door een beter inzicht in data kunnen beslissingen beter genomen worden. Datavisualisaties en dus grafieken zorgen hier dus voor.
Tabellen en grafieken van kwantitatieve business informatie kan gebruikt worden voor:
- analyse: te ontdekken naar het verhaal in je data
- communicatie: het vertellen van het verhaal van je data
- monitoring: het monitoren van je data, kijk je naar snelheid of de kwaliteit of de hoeveelheid.
- plannen: als je de data gebruikt om te voorspellen naar de toekomst toe.
Grafieken tonen verbanden, trends en data op een visuele manier. Een tabel toont data als taal en om met elkaar te kunnen vergelijken.
Quantitatieve verhalen bestaat uit quantitatieve data (een getal) en uit categorie data (bijvoorbeeld tijd). Ze zijn gebaseerd op statistieken. Gebruik de juiste getallen zodat het verhaal dat je toont ook klopt. Verdiep je dus in bepaalde termen zoals gemiddelden, meridiaan, mediaan, etc. Zodat je weet waar je over praat.
Quantitatieve data relaties:
- nominaal
- ordinaal
- interval
- hierarchies
Uitleg over deze relaties staat op Meetniveaus: Nominaal, Ordinaal, Interval en Ratio.
Categorie waarden relaties:
- ranking
- ratio
- correlatie
Grafieken heb je in verschillende vormen:
- categoriaal
- hierarchiaal
- relationeel
- in de tijd wegzetten
- Ruimtelijke patronen (spatial patterns); zijn vaak meer kaarten.
Bij de keuze van het presenteren van je data moet je kijken naar de behoeftes van je doelgroep, wat willen of moeten ze weten. En ook de tijd die ze hebben om de data door te nemen. Wil de doelgroep een bepaalde waarde opzoeken of meerdere individuele waardes, dan is een tabel een goede manier van presenteren van je data. Wil je trends of patronen bekijken, dan is een grafiek een betere manier van presenteren.
Hou bij het designen rekening met hoe de mensen visuele informatie waarnemen en verwerken in de hersenen. Voor het designen van tabellen en grafieken is het belangrijk dat je meteen de aandacht grijpt zodat mensen geïnteresseerd zijn in je informatie. Je doet vooral aanspraak op het eerste type geheugen, het visueel sensorische geheugen (ook wel het iconische geheugen of beeldgeheugen genoemd). Hoe werkt het geheugen?
Maak bij het designen gebruik van visuele zaken waar je hersenen mee kunnen werken; een cirkel dat groter is begrijpen we beter dat het bij een groter gebied of land of een groter bedrag hoort dan dat je verschillende kleuren gebruikt of een lichtere kleur. We halen informatie uit onze waarneming door relaties tussen elementen te bekijken. De context is belangrijk, denk hierbij aan een lichtere of donkere achtergrond. Maak geen gebruik van te veel verschillende visuele attributes.
Belangrijk bij het design van tabelen en grafieken is de boodschap die je overbrengt. Hou je doel in de gaten en presenteer dat zo duidelijk mogelijk waardoor de bezoeker zonder poespas het verhaal tot zich kan nemen of misschien zijn/haar eigen verhaal kan maken. Denk dus na in welke vorm je de data aanbiedt, een tabel of grafiek of meerdere grafieken. En welk type grafiek. Bij tabellen en grafieken heb je data inkt en non-data inkt. Probeer zoveel mogelijk non-data inkt te vermijden. Om het verhaal te verduidelijken gebruik hiervoor elementen van een tabel of grafiek en maak deze ondersteunend aan je verhaal.
Zaken waarbij je hier aan moet denken zijn:
- x- en y-as (en labels er bij)
- legenda
- grid-lijnen (hulp-lijnen in je grafiek)
- verhaaltje voor wat uitleg van punten in je grafiek of een verhaal hoe de grafiek gelezen moet worden
- maak elementen duidelijk door een achtergrond kleur, lijnen er om heen, dikke of dunnere lijnen, wit ruimte
- groepeer elementen die bij elkaar horen
- grote van je elementen, grote bollen, etc.
- Gebruik kleuren om verschil te laten zien
Dashboard design: Dashboard is een exploratory manier van datavisualisatie. Er is data om door heen te gaan en te kijken wat deze zegt of zou kunnen zeggen.
Krijg duidelijk welke data de bezoeker van het dashborad nodig heeft. Kijk hoe je deze data op een zo effectieve, maar simpele manier kan tonen. Als je extacte data nodig hebt, geef deze dan ook. Laat getallen zien. Is de data bedoelt voor meer vergelijken zet het dan in een grafiek. Laat de belangrijkste data eerst zien, uitleg van de data (details) kan je later (verder naar beneden tonen) Gebruik goede titels en labels bij een grafiek om duidelijk te maken wat er getoond wordt. Laat belangrijke data er uit springen door bijvoorbeeld een lijn of blok dikker te maken of op te lichten. Hou het overzichtelijk.
Je kan een stap verder gaan en proberen een dashboard meer te personaliseren. Dat een bezoeker kan schuiven met de grafieken. Bepaal dus zelf hoe je dashboard opgebouwd is.
Interessante linkjes over Dashboard design:
Handige tools:
- The Chartmaker Directory: handige hulp voor het kiezen van welke type grafiek je kan gebruiken
- Highcharts: JavaScript library om data te koppelen aan grafieken